Steeds meer scholen brengen circulariteit in hun curriculum, maar er is nog veel te winnen. De term circulariteit is vaak onduidelijk. Na “duurzaamheid” zijn “circulariteit” en “circulaire economie” de nieuwe containerbegrippen…
Als we met leerlingen spreken horen we vaak “iets met het milieu en recyclen”, en soms horen we “afval bestaat niet”. Dat laatste raakt wel de kern, maar het is meer: het is een manier van denken en vervolgens ook daadwerkelijk doen! Het RVO omschrijft het als volgt:
“In een circulaire economie gebruiken we zo min mogelijk grondstoffen en benutten we deze optimaal. Producten worden zo ontworpen dat zo weinig mogelijk grondstoffen nodig zijn en de gebruikte grondstoffen zo lang mogelijk worden gebruikt en daarna hoogwaardig worden hergebruikt.”
Ontwerpers ontwerpen op een andere manier en fabrikanten produceren op een andere manier (herontwerp, innoveren en andere businessmodellen). Hiervoor moet de hele keten samenwerken, inclusief de consument, waar deze jonge mensen ook toe behoren.
Net als iedereen maken ook deze studenten elke dag keuzes waarbij ze circulariteit kunnen toepassen. Deze keuzes gaan mede bepalen wat de standaard wordt en wanneer. Wat bij het maken van de juiste circulaire keuze helpt is de R-ladder (zie afbeelding).